De Raad voor Cultuur is bang dat het nationaal erfgoed op het gebied van film verloren gaat. Daarom moet er 99 miljoen worden uitgetrokken om 45000 uur audiovisueel materiaal te redden. Die 99 miljoen is natuurlijk slim gekozen; 100 miljoen klinkt al snel als erg veel.
In het digitale tijdperk waarin we leven dé gelegenheid om deze films te converteren naar bits en bytes. Maar wat hoorde ik op het Journaal? De oude films moeten ook overgezet worden naar nieuwe films. Met als argument dat je een schilderij van Van Gogh ook niet alleen op een CD wil hebben. Wat een vergelijking van niks! Een schilderij bepaalt direct het beeld dat iemand ziet. Maar een film bepaalt slechts indirect het beeld; het beeld wordt pas écht zichtbaar bij projectie. En dat verschilt tegenwoordig digitaal nog nauwelijks van analoog. Dat is heel wat anders dan een schilderij. Of verwacht de Raad voor Cultuur dat cultureel Nederland in de toekomst naar een museum gaat om bewonderend naar filmspoelen te kijken?
Mocht er serieus veel geld uitgetrokken gaan worden voor ‘simpelweg’ kopiëren, dan zou ik adviseren om op die kosten te besparen, en direct totaal digitaal te gaan. Lijkt die 99 miljoen ook meteen niet zo gekunsteld.