Ik zag gisteren de laatste honderden meters van de 20 kilometer snelwandelen. Ik krijg altijd een wat treurig gevoel bij die sport. Zo’n snelwandelaar ziet eruit als een soort Donald Duck op steroïden, waarbij vaak het karakteristieke petje niet ontbreekt. Het verschil met hardlopen is dat je altijd één voet aan de grond moet hebben (bij rennen ben je steeds los van de aarde). Maar het gaat bij atletiek toch om de snelste manier om een afstand af te leggen? Of het hoogst, of het verst? Zonder hulpmiddelen, maar voor de rest moet je zelf toch kunnen bepalen op welke manier je het doet? Want dan ken ik er nog wel een paar. De 100 meter achteruitlopen. Hoogspringen waarbij met twee benen afgezet moet worden. Kogelstoten waarbij je de kogel niet in je nek mag leggen.
Waarbij natuurlijk de felicitaties voor de fantatische prestatie van Rutger Smith, zilveren medaillewinnaar bij het kogelstoten. Weliswaar met een geblesseerde knie, maar gewoon uit de nek, zoals het hoort!